Woordenlijst coöperaties en de ICA-principes

Vind je een term niet terug in deze woordenlijst? Laat ons dan iets weten.

  • Bestuurdersaansprakelijkheid

    De beperkte aansprakelijkheid van een CVBA kan in sommige gevallen doorbroken worden. Dit is onder meer het geval voor de bestuurders van een coöperatie. Het algemeen uitgangspunt is dat bestuurders in de uitoefening van hun functie enkel de vennootschap verbinden en normaal gezien niet persoonlijk aansprakelijk zijn. Hier zijn echter een aantal uitzonderingen op.

  • Commissaris

    Elke vennoot heeft controlerecht op de boeken van de coöperatie. Van zodra de coöperatie een bepaalde omvang bereikt, legt de wet echter op om dit controlerecht aan een commissaris toe te wijzen.

  • Controlerend vennoot

    Elke vennoot heeft controlerecht op de boeken van de coöperatie. Voor zolang de coöperatie bij wet niet verplicht is om een commissaris te benoemen, kan zij dit controlerecht delegeren aan één of meerdere controlerende vennoten.

  • Coöperatie / coöperatieve vennootschap

    De coöperatieve vennootschap is een vennootschap die is samengesteld is uit een veranderlijk aantal vennoten, met veranderlijke inbrengen. De coöperatieve vennootschap moet uit minstens drie personen bestaan.

  • Coöperatieve vennootschap erkend door de Nationale Raad voor de Coöperatie (NRC)

    Is een coöperatieve vennootschap die voldoet aan de volgende zeven voorwaarden tot erkenning:

    1. de vennootschap heeft als doel in de behoeften van haar vennoten te voorzien. 
    2. de toetreding tot de vennootschap is vrij,
    3. de vennoten-klanten genieten van ristorno's, 
    4. alle vennoten hebben dezelfde rechten en verplichtingen, 
    5. de stemming op de Algemene Vergadering is democratisch, 
    6. de beheerders en commissarissen worden door de Algemene Vergadering benoemd,
    7. bij winst kunnen de vennoten maximaal 6% op hun kapitaalsinbreng krijgen,
    8. de beheerders en commissarissen worden niet bezoldigd.

    Het zijn eerder technische criteria waar men aan moet voldoen. Deze criteria wijken af van de zeven principes die door de International Co-operative Alliance (ICA) zijn vooropgesteld maar ze zijn een eerste stap in deze richting. Vandaag moeten coöperaties elke vier jaar hun erkenningsaanvraag bevestigen, de administratie moet dit onderzoeken.
    De erkenning heeft een aantal voordelen voor de coöperatieve venootschap zelf, haar vennoten en haar bestuurders:

    • Het dividend dat de erkende coöperatie uitkeert, is voor een matig bedrag – in juni 2013 was dat 190 euro – vrijgesteld van belastingen, zowel voor de erkende coöperatie als voor de coöperatieve aandeelhouder. 
    • Voor bestuurders wiens belangrijkste activiteit het dagelijkse beheer of de dagelijkse leiding van een erkende coöperatie is, is het sociale statuut van werknemers van toepassing. 
    • De erkende coöperatie wordt vrijgesteld van de toepassing van de financiële reglementering over het openbaar beroep op het spaarwezen, voor zover ze minder dan 5 miljoen euro kapitaal per jaar ophaalt bij het grote publiek.
    • Wanneer je als coöperatie erkend wordt, kan dit je coöperatieve identiteit versterken. Tegelijk maak je deel uit van een platform waar ook andere coöperaties vertegenwoordigd zijn, en dit biedt je een forum voor verdere uitwisseling en activiteiten.
  • Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba)

    Voor deze vennootschapsvorm heeft de wetgever wel een hele reeks zaken vastgelegd, op gebied van oprichting, minimumkapitaal en aansprakelijkheid van de oprichter, vennoten en aandelen, soorten aandelen, bestuur, algemene vergadering, jaarrekening en controle, kapitaal en kapitaalbeweging, en ten slotte winstuitkering.

  • Coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (cvoa)

    De regels in verband met de oprichting, structuur, organisatie en werking van een cvoa zijn zeer soepel. Eigenlijk vereist de wetgever formeel gesproken vrijwel niets: 

    • er is geen notariële oprichtingsakte nodig, 
    • je bent zowat volledig vrij om te bepalen hoe je de vennootschap organiseert en hoe het bestuur en de Algemene Vergadering werkt,
    • en er is geen minimumkapitaal vereist. 

    Aan die vrijheid hangt een prijskaartje: de vennoten zijn hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk. Dus schulden die de vennootschap zelf niet kan betalen, kunnen bij elk van de vennoten gehaald worden, ook al hebben ze niks met de specifieke zaak te maken. Daarom is de cvoa vooral populair als een vennootschap van mensen die uit hoofde van hun beroep toch al hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk zijn, zoals artsen en advocaten.

  • Coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk (cvoa-so of cvba-so)

    Een vennootschap met sociaal oogmerk (vso) is een variant van bestaande vennootschapsvormen. Met andere woorden: je richt eerst een vennootschap op – en dat kan een nv, bvba, cvba, cvoa, etc. zijn – en daarna kan je die een sociaal oogmerk toekennen. Omdat het coöperatieve gedachtengoed het meest aansluit bij zo'n sociale vennootschap en omdat een aantal van de voorwaarden voor een vso gelijk zijn aan de voorwaarden voor een erkenning door de Nationale raad van de Coöperatie, gaat het meestal om coöperatieve ondernemingen. Een vennootschap met sociaal oogmerk start je in de eerste plaats omdat je een maatschappelijk doel wil bereiken via een economische activiteit, waarbij je tegelijk geen of slechts een beperkte verrijking van de vennoten nastreeft. Een vso-statuut maakt het mogelijk om een mengvorm te creëren tussen een vzw en een vennootschap: 

    • de vzw komt volgens artikel 1 in de vzw-wetgeving in de knoei omdat ze wel degelijk 'nijverheids- of handelszaken drijft', 
    • de vennootschap komt in de problemen omdat het winstoogmerk afwezig is.

    Let op met het minimumkapitaal van een vennootschap met sociaal oogmerk: dat bedraagt slechts 6.200€ maar ook hier wordt het minimumkapitaal bepaald door het financieel plan en ook hier speelt de oprichtersaansprakelijkheid! We spreken van een vennootschap met sociaal oogmerk als in de statuten volgende elementen staan: 

    • de vennoten streven geen of een beperkt vermogensvoordeel na,
    • een beschrijving van het sociale doel,
    • een beschrijving van hoe de winst besteed zal worden in overeenstemming met het sociale oogmerk,
    • een speciaal jaarlijks verslag vermeldt hoe de vennootschap haar sociaal doel heeft verwezenlijkt, 
    • in de Algemene Vergadering bezit niemand meer dan 10% van de stemmen. Als ook werknemers vennoot zijn, mag niemand meer dan 5% van de stemmen hebben, 
    • de uitgekeerde winst mag niet hoger zijn dan de rentevoet die de koning (dus de regering) vastlegde voor coöperaties erkend door de Nationale Raad voor de Coöperatie, 
    • een omschrijving van hoe een werknemer vennoot kan worden, 
    • een omschrijving van hoe een werknemer-vennoot kan uittreden en kan worden uitgesloten, 
    • de vermelding dat in geval van vereffening het overblijvende kapitaal gebruikt zal worden voor een doel dat nauw aansluit bij het sociale oogmerk van de vennootschap.
  • Dividend

    Een dividend is een vorm van winstdeling op het kapitaal. In erkende coöperaties is een dividend beperkt tot maximaal 6%.

  • Europese coöperatieve vennootschap (sce)

    Deze vennootschapsvorm is bedoeld om grensoverschrijdende activiteiten te kunnen ontwikkelen en Europese samenwerkingsverbanden te kunnen aangaan. De afkorting SCE komt van de Latijnse naamgeving 'Societas Cooperativa Europaea'. Kenmerken van een sce zijn: 

    • De sce heeft een eigen rechtspersoonlijkheid.
    • De zetel ligt in een van de lidstaten van de Europese Gemeenschap en valt samen met de plaats waar het hoofdbestuur zetelt.
    • De vennootschap is onderworpen aan de rechtsregels van de lidstaat waar ze gevestigd is.
    • De basisregel is dat de stichters van de Europese coöperatieve vennootschap actief moeten zijn in minstens twee verschillende landen van de Europese Unie. In de verordening worden vijf oprichtingsmogelijkheden opgesomd:
      • een oprichting van een nieuwe vennootschap door minimum 5 natuurlijke personen uit minstens twee lidstaten; 
      • een oprichting van een nieuwe vennootschap door minimum 5 natuurlijke personen of rechtspersonen afkomstig van minstens twee lidstaten;
      • een oprichting van een nieuwe vennootschap door minstens 2 rechtspersonen afkomstig van twee lidstaten; 
      • een oprichting door fusie (waarbij de fusie mogelijk is via de creatie van een afzonderlijke juridische entiteit of door overneming) van twee coöperatieve vennootschappen gevestigd in twee lidstaten; 
      • een oprichting door omzetting van een coöperatieve die overeenkomstig het recht van een lidstaat werd opgericht met statutaire zetel en hoofdbestuur in de Gemeenschap, voor zover ze sinds ten minste twee jaar een vestiging of een dochteronderneming heeft die onder het recht van een andere lidstaat ressorteert.
    • De sce heeft een minimumkapitaal van 30.000 €.
    • De sce kan overal op de Europese markt opereren. 
    • Ze kan haar netwerk over de grenzen uitbreiden en haar transnationale werking herstructureren zonder daarvoor een netwerk van filialen te hoeven oprichten.
    • Er gelden bijzondere bepalingen in verband met werknemersparticipatie.
    • De statuten bepalen in welke deelbewijzen het kapitaal is verdeeld, hoe de vennootschap bestuurd en gecontroleerd wordt en hoe ze kan worden ontbonden. 
    • Ze kan het label 'met sociaal oogmerk' niet aannemen, omdat de vennootschap met sociaal oogmerk (vso) een Belgische en geen Europese constructie is.
  • Internationaal jaar van de coöperatie

    De Algemene Vergadering van de VN riep 2012 uit tot het Jaar van de Coöperatie. Zij vroeg daarbij: (i) maatregelen te nemen voor en de creatie van een ondersteunende en faciliterende omgeving voor coöperatief ondernemen, (ii) het publiek meer bewust te maken van de belangrijke bijdrage die coöperaties leveren op het vlak van tewerkstelling en socio-economische ontwikkeling, en (iii) wetenschappelijk onderzoek te doen en statistische gegevens te verzamelen over de activiteiten van coöperaties en hun socio-economische impact.

  • International Cooperative Alliance (ICA)

    De ICA is een onafhankelijke, niet-gouvernementele organisatie die in 1895 werd opgericht om coöperaties te verenigen, te vertegenwoordigen en hun belangen te bevorderen. ICA is de internationale koepelorganisatie voor coöperaties en biedt een forum voor kennisuitwisseling en gezamenlijke actie door en ten gunste van de coöperaties.

  • International Cooperative Alliance (ICA) Principes

    De ICA-principes zijn de internationaal erkende coöperatieve principes, opgesteld door de International Cooperative Alliance (ICA). De zeven principes zijn: vrijwillig en open lidmaatschap, economische betrokkenheid, democratische besluitvorming, onafhankelijkheid, ledenvorming en informatieverstrekking, coöperaties werken samen, en betrokkenheid bij de gemeenschap. De ICA-principes vinden hun oorsprong in de Rochdale principes. Dat zijn de coöperatieve principes die een van de oudste coöperaties ter wereld in Rochdale hanteerde. De zeven ICA-principes in hun huidige vorm werden opgesteld in 1995.

    1. Vrijwillige toetreding: Coöperaties worden opgericht door een groep van mensen die vrij beslissen om hun middelen te bundelen om gezamenlijk hun doel te realiseren. Het lidmaatschap mag niet geweigerd worden op grond van ras, sociale afkomst, aard, godsdienst of politieke overtuiging.
    2. Economische betrokkenheid: In veel gevallen kan het lid van de coöperatie gebruik maken van de organisatie om economische activiteiten te doen: aankopen, verkopen, lenen, ontlenen, werken. Leden dragen niet alleen billijk bij tot het kapitaal van hun vennootschap. Zij krijgen ook een redelijke vergoeding voor hun inbreng. Wat niet uitgekeerd wordt, dient om de coöperatie uit te bouwen, om een korting uit te keren of voor andere doeleinden die de leden hebben goedgekeurd.
    3. Democratische besluitvorming: De leden van een coöperatie staan op voet van gelijkheid. De coöperatie wordt democratisch door de leden bestuurd. Iedereen kan mee beslissen, onafhankelijk van het ingebrachte kapitaal. 
    4. Onafhankelijkheid: Coöperaties staan ten diensten van hun leden en worden door hen gecontroleerd. Wanneer er bijkomende financieringsbronnen nodig zijn – b.v. subsidies van de overheid of een externe financiering– behoudt de coöperatie haar zelfstandigheid. 
    5. Permanente leden- en volwassenenvorming: Opleiding van de leden is nodig om de coöperatie te kunnen besturen en verder te ontwikkelen. Van de coöperatie wordt verwacht dat zij het grote publiek duidelijk maakt dat zij coöperatief werkt en wat daar de voordelen van zijn. 
    6. Onderlinge samenwerking: Coöperaties worden aangemoedigd om hun krachten te bundelen in regionale, nationale of internationale netwerken. De uitwisseling van informatie of werkwijzen leidt tot een betere concurrentiepositie, tot een betere dienstverlening aan de leden en er is meer kans op het voortbestaan van de coöperatie.
    7. Verantwoordelijkheid tegenover de gemeenschap: Coöperaties dragen bij tot een duurzame ontwikkeling van de gemeenschap.
  • National Raad voor de Coöperatie (NRC)

    De NRC werd in 1955 door de overheid opgericht om de coöperatieve idee te verspreiden en in stand te houden. Dit had te maken met het vrijblijvende karakter van de oorspronkelijke vennootschapswetgeving uit 1873: wie een coöperatie oprichtte, werkte niet noodzakelijk volgens de coöperatieve principes. De NRC erkent coöperatieve vennootschappen die de fundamentele waarden en principes van het coöperatief ondernemen respecteren. Een erkenning is dus een soort van kwaliteitslabel. Voor alle duidelijkheid: de NRC is géén federatie van coöperaties. Meer dan 500 federaties en coöperatieve vennootschappen hebben zo'n erkenning gekregen. 

    Een recent advies van de Nationale Raad voor de Coöperatie (NRC) omschrijft voorstellen voor de hervorming van de NRC. Twee grote hoofdlijnen:

    • Een modernisering en vereenvoudiging van de erkenningsregels; 
    • Een modernisering van de instelling zelf, met soepeler regels voor de werking van de NRC en voor de aanduidingen van de leden in dit adviesorgaan.
  • Oprichtersaansprakelijkheid

    De beperkte aansprakelijkheid van een CVBA kan in sommige gevallen doorbroken worden. Dit is onder meer het geval voor de oprichters van een coöperatie wanneer de coöperatie binnen de drie jaar na haar oprichting zou failliet gaan. De toetssteen voor de beoordeling van deze mogelijke “oprichtersaansprakelijkheid” is het financieel plan dat bij oprichting dient neergelegd te worden bij de notaris.

  • Raiffeisenbeweging

    Onder impuls van Friedrich Wilhelm Raiffeisen, een Duitse burgemeester uit de 19e eeuw, ontstonden in Duitsland de eerste spaar- en kredietcoöperaties. In 1864 richtte hij met de Heddesdorfer Darlehnskassen-Verein, de eerste spaar- en kredietcooperatie ter wereld op. Hoe ontstond dit idee? De hongerwinter van 1846-1847 brengt bittere armoede in zijn regio. Raiffeisen stelt vast dat liefdadigheid geen soelaas brengt. Daarom bindt hij op zijn manier de strijd aan tegen armoede en ellende. Hij kiest hierbij voor een resoluut andere aanpak: zelfhulp. Hij brengt arme boeren samen om zichzelf en elkaar te helpen. Onderlinge solidariteit op basis van een coöperatieve structuur moet hen uit de armoede halen. Hiermee wordt Raiffeisen de grondlegger van de eerste spaar- en kredietcoöperaties. Om kleine boeren de kans te geven hun levenssituatie te verbeteren, moeten ze volgens Raiffeisen een beroep kunnen doen op goedkope financiële kredieten.

  • Restorno, ristorno

    Restorno en ristorno zijn synoniemen. Het gaat over een korting voor de vennoten waarbij er een verband is met de gedane transacties (wordt soms ook coöperatieve teruggave genoemd). De huidige klantenkaarten in b.v. supermarkten zijn restanten van zo’n restorno.

  • Scheidingsaandeel

    Wanneer een vennoot uitreedt of uitgesloten wordt, heeft hij recht op de terugbetaling van de waarde van zijn aandeel. Dit wordt “scheidingsaandeel” genoemd.

  • Vennoot, coöperant, lid, aandeelhouder, …

    Een vennoot is een persoon die een aandeel heeft verworven in een vennootschap. Dit kan zowel een natuurlijke persoon zijn als een rechtspersoon. De andere begrippen worden als synoniem gebruikt: 

    • Coöperant legt de nadruk op het vennoot-zijn in een coöperatie
    • Lid legt de nadruk op het open karakter van een coöperatie, op het verenigingsaspect 
    • Aandeelhouder wordt minder gebruikt in de context van coöperaties.
  • Vennootschap der Rechtvaardige Pioniers van Rochdale (Rochdale Equitable Pioneers Society)

    Is de eerste coöperatie in Europa die haar werking heeft beschreven. Deze coöperatie werd opgericht in 1844 in Rochdale (Engeland). In het midden van de negentiende eeuw verloren de Britse wevers hun werk en inkomen door de mechanisering van de textielsector. 28 Britse flanelwevers richtten daarom de 'Vennootschap der Rechtvaardige Pioniers van Rochdale' op en elk lid bracht één pond kapitaal in in de vennootschap. Door met dat geld samen levensmiddelen te kopen, waren die goedkoper.